06 255 18 674 sylvia@desucceswinkel.nl

Wat ben ik nou eigenlijk waard? Een zeer relevante vraag, want het bepaalt een groot deel van je leven. De hypotheek die je bent aangegaan, het feit of je op vakantie kan gaan en of je bij het boodschappen doen gewoon een greep kunt doen uit welke schap dan ook of dat je door de knieën moet, buigend voor het slavensysteem. Wellicht nog belangrijker, het bepaalt je gevoel van eigenwaarde. Een heikel punt dus: het salaris dat ik zou moeten verdienen. Wat is Toos Baanloos waard?

Mijn ervaring is dat het maar net ligt aan degene aan wie je het vraagt. De één geeft aan dat ik mij in dit proces maar het beste zou moeten gaan richten op vrijwilligerswerk. Hoewel vrijwilligerswerk uiteraard zeer nobel is en de deur op een kiertje komt te staan, (mocht er toevallig een keer een betaalde baan voorbijkomen), dreunt er bij dit advies een duistere stem door mijn hoofd: ‘Toos, je bent dus niets waard! Helemaal niets! Je waardebepaling is nul, noppes, nada! Je bent waarde-loos.’

De ander begint gelijk los te gaan op allerlei gemeentelijke schalen. “Toos, vooral niet onder schaal 11 zitten, hoor! Mocht je niet aan een baan komen, dan zou je ook tijdelijk kunnen richten op schaal 8 of schaal 9, maar in de basis: schaal 11! Echt!”

Waardebepaling in werk en werknemer

Uiteraard, in mijn positie als Toos Baanloos, ben ik eigenlijk al snel blij met een redelijk salaris voor een redelijke baan. Op een gegeven moment is het krijgen van een baan die passend is bij je wezen, belangrijker dan het salaris wat eraan vastgekoppeld zit. Of toch niet?

In het afgelopen jaar heb ik heel wat noeste arbeiders gesproken. Ik heb geobserveerd hoe dingen worden gezegd, welke woordkeuzes er worden gemaakt en ik heb -al is het via zoom of teams- de gelaatstrekken bestudeerd van degenen die spreken. Al met al is mij, Toos Baanloos, daar het volgende bij opgevallen: 

Financiële beloning is insufficiënt als de menselijke beloning in de vorm van het geven van complimenten en positieve feedback uitblijft. Tegelijkertijd zijn veren en schouderklopjes insufficiënt wanneer de financiële beloning niet daar is. Van complimenten in woord en geschrift kan je tenslotte niet eten.

De waardebepaling vind je hierin dus op zowel intrinsieke complimenten (de positieve feedback in woord en geschrift) als extrinsieke complimenten (cashflow). En als die niet in balans is, lopen werkers zich er allemaal, (wat voor achtergrond ze ook hebben, wat voor opleidingsniveau er ook mee gemoeid is) op stuk. Maar laat ik het bij mijzelf en dus persoonlijk houden.

Voorbeeldje, ik schreef een boek:

In het afgelopen jaar heb ik, Toos Baanloos, een boek geschreven en uitgegeven. Dit boek heeft een bepaalde waarde. Het boek is gekoppeld aan een prijs en die prijs moet de kosten drukken van het redigeren, van de vormgeving en het drukken. Daarnaast is het leuk als de schrijver er ook wat aan over houdt. Dit is de extrinsieke waardebepaling, de cashflow.

De waarde van het boek was correct ingesteld en al snel was ik uit de kosten. Maar het boek kreeg, naast het lezen van interessante informatie, een andere functie: het boek werd opgepakt op de inhoud en bleek een helende werking te hebben. Mensen die het lazen, voelden zich begrepen, voelden zich alsof het boek door henzelf geschreven had kunnen worden. Het verwoordde gevoelens die onuitspreekbaar of onbeschreven waren gebleven, als ik ze niet had opgeschreven. 

Op basis hiervan voelden veel lezers zich verbonden met Toos Baanloos. Om die reden kreeg ik, Toos Baanloos, op dagelijkse basis e-mails, brieven, foto’s of berichten van lezers die hun hart wilden luchten over het boek, maar eigenlijk nog meer over zichzelf en de situatie waarin ze zich bevonden, wilden vertellen. Het werd een intens, maar bijzonder dankbaar proces. 

De waardering was er in de vorm van complimenten

Op basis van dit boek werd ik door een aantal instanties uitgenodigd om eens mee te kijken in de branche of om de locatie te bezoeken waar men werkzaam is. Men wilde zich aan mij verbinden. En ook dat stemde mij dankbaar, want menselijk als ik ben, ben ik gevoelig voor complimenten.

Maar je voelt ‘m waarschijnlijk al aankomen: het werd een proces van vrijwilligerswerk. Ik reed stad en land af om ergens een ‘break in’ meeting te doen, om inspirerende woorden te spreken, mensen te motiveren en positieve energie te geven, maar de extrinsieke complimenten bleven uit. De waardebepaling werd niet gekoppeld aan cashflow. Men zoog zich vol op mijn energie en ik werd daarna overspoeld met complimenten in woord en geschrift. Maar Toos Baanloos bleef baanloos. Toos Baanloos bleef zonder cashflow en daarmee bleef Toos Waarde-loos.

En dat maakt dat ik mij intens verdrietig voel en ik -ondanks alle complimenten, veren en liefde- het gevoel heb gekregen dat ik niet op de juiste waarde word geschat.

Nog zo’n voorbeeld:

Mijn vriendinnen (en ik heb er een aantal) hebben allemaal een dik betaalde baan. Ze werken al jaren in diverse branches en (ook al laat covid in 2020 het onmogelijke keihard mogelijk worden) zij lijken nog steeds veilig in de gevestigde orde te zitten. Met andere woorden, ze zijn baanvast en met een degelijk inkomen. 

In de keuken kijkend bij al mijn vriendinnen, wordt mij tegelijkertijd heel snel duidelijk dat wanneer de intrinsieke waardebepaling er niet is, de complimenten en de veren er niet op regelmatige basis zijn, de cashflow geen donder meer uit maakt. Ik observeer bleke gezichten en trillende, naar beneden trekkende mondhoeken. Ik hoor woorden gesproken worden in correct en degelijk Nederlands, maar de vibratie in de stem verraadt de inhoudelijke impact van wat er eigenlijk gezegd wordt. Er is een absoluut tekort, een gebrek, aan waardering!

Gebrek aan waardering op de werkvloer

Ik durf stellig te beweren dat dit gebrek aan waardering al speelde voordat corona ook maar enigszins voet aan wal zette. Het heeft niets te maken met Zoom, het heeft niets te maken met Teams. Deze instrumenten laten alleen heel scherp zien wat er ontbreekt aan de werkethos in onze ‘beschaafde’ samenleving. 

Waar je bij het koffie- apparaat samen nog even een grapje kon maken, waardoor je energieniveau opgetild kon worden en je de dag aan kon gaan, is die menselijke interactie nu weg gevallen. Maar het feit blijft, dat het geven van waardering, het geven van een compliment, geen (en ik herhaal: géén) hogere wiskunde is. 

Doe je dit niet, waardeer je de werker niet, zet je die waarde niet op de agenda en je noeste arbeider ‘breekt’. Gegarandeerd.

In een tijdelijke opdracht die wel gekoppeld was aan extrinsieke waardering, rende ik mij uit de naad. Het was een zeer korte opdracht van twee à drie weken, maar ik zou mijn huid zo duur mogelijk verkopen, in de hoop op ‘meerwerk’. In mijn rol werd ik een creatief schrijfster, een onderzoeker, een motivator en een visionair. Prachtig! 

Ik kreeg mijn behoefte naar een compliment vervuld. Zelfs een klein applausje na afloop van een gemeentelijke presentatie. Vond ik zelf best een aardige prestatie, gezien de gemeentelijke setting.

Toen de klus erop zat en ik het werk met een strikje erom kon overdragen aan de interne medewerker bleef het verder na afloop stil op de lijn. Een oorverdovende stilte. Ook na mijn mail met de vraag voor eventueel meerwerk en met de vraag voor feedback. 

Stilte.

De puzzelstukjes vielen op de plaats. Ik bedacht dat je mensen aan het werk kan zetten die hoogopgeleid zijn, die zelfstandig kunnen werken, die intrinsieke motivatie hebben en die de lat onnoemlijk hoog leggen. Het zijn volwassenen en er wordt een volwassen werkhouding verwacht.

Werk waardering en volwassen werkhouding

Diep binnen in mij ontstaat er een donkerbruin vermoeden dat een volwassen houding gelijk gesteld wordt door management aan het niet geven en het daarmee niet ontvangen van feedback. Een volwassen houding zou geen behoefte hebben aan complimenten? Zelfstandig werken heeft geen behoefte aan een dikke veer? Een gedreven persoon die de lat onnoemlijk hoog leegt, behoeft geen aai over de bol?  Dán ben je een professional. Dán ben je ‘kind-af’ en kan je echt meedoen in deze ‘grote mensen maatschappij’.

Ik zou het tegendeel willen beargumenteren. Ik denk dat werkelijk iedereen, binnen alle gelederen, binnen alle branches, op welk (top)niveau je ook presteert, een bijna kinderlijke behoefte heeft aan dit alles. Aan een veer, een aai, een compliment. En dat niet één keer per jaar bij een POP- bespreking of bij het overleg met je leidinggevende. Nee. Elke week. Een gegrond compliment. 

Ter behoud van je werkforce. Ter behoud van je mentale gemoedsrust. Ter behoud van je werkplezier. Het is een investering van niets. Maar doe je het niet dan richt je je branche ten gronde. Vroeg of laat. Gegarandeerd.

Toch heb ik daarmee mijn ‘eigen waarde’ nog steeds niet bepaald. Hoewel mijn waarde het plafond heeft bereikt voor wat betreft de ‘mentale boost factor’, zoek ik juist de waarde waardoor ik mijn hypotheek kan gaan aflossen. Dat is mij tot op heden nog niet gegund. En daarmee kom ik op het volgende: De Gunfactor. 

Wordt vervolgd…

Meer blogs lezen van Toos Baanloos? Klik dan hier.